Ga naar hoofdinhoud

Acht vragen aan EEN exco-lid

ACHT VRAGEN AAN…

WOUTER PETERS

Wat betekent het woord ‘leiderschap’ voor je?

Twee dingen: voorbeeldgedrag en hoe je anderen kunt helpen. Hoe ik dat eerste probeer in te vullen is door te zorgen dat er duidelijkheid is in de strategie. En dat deze aansluit bij de mensen die het uitvoeren. Het tweede kan ik invullen door te vragen naar feedback op mijn gedrag. Dan gaat het om hoe ik me presenteer en wat ik wel en niet doe. Tegelijkertijd wil ik ook feedback geven aan mensen om me heen. Van belang is om authentiek te zijn. Om dicht bij jezelf te blijven. Dat houdt in dat je je goed bewust bent van je normen en waarden en kiest voor een organisatie die daarbij aansluit. Ik probeer zo min mogelijk een vast omlijnd beeld over mezelf te prevaleren. 

Ik hoop dat mensen kunnen herkennen dat ik niet een groot ego heb. Ego zit je in de weg – dan sluit je je af en sta je niet meer open voor feedback. Zelfvertrouwen is dat je een vast beeld hebt, maar niet dat je de volumeknop op nul hebt gezet.

Wat zijn je prioriteiten op werk voor de nabije en de verre toekomst?

Voor de nabije toekomst is met name de prioriteit om te zorgen voor een stabiele oplevering naar klanten toe. Dan gaat het om een structurele invulling geven van steeds beter worden in onze procesuitvoering. Het winnen van een nieuwe klant in de UK of in Duitsland is belangrijk. Ik denk daarbij over de komende zes maanden. 

Qua verre toekomst denk ik aan na 24-30 maanden. Daarvoor kijk ik naar een verder geoptimaliseerde en geautomatiseerde processtructuur verzorgen. Een die daar waar het zinvol is, gebruikmaakt van groepsonderdelen. Bijvoorbeeld zoals we nu doen voor data, maar dat we volledig gebruikmaken van een data management service. En verder hoop ik dat we een flinke set aan nieuwe klanten kunnen verwelkomen in Nederland, het Verenigd Koninkrijk, Duitsland en Zwitserland. 

Ik vind CACEIS een heel fijne organisatie. Wat prettig is, is dat iedereen feedback geeft en elkaar support. En elkaar ook uitdaagt. Iedereen is heel direct en open. Dat waardeer ik enorm.

Welke ROlmodellen inspireren je?

Ik ben niet zo gericht op specifieke rolmodellen, maar er zijn wel mensen die mooie dingen doen. Laatst zijn we naar een lezing van Obama geweest in Ziggo Dome. Het is ongelofelijk knap hoe hij een verhaal duidelijk kan maken zonder te benoemen wat hij niet goed vindt aan anderen. Het sturen van zo’n gesprek is een vaardigheid die ik kan bewonderen.

Wat ik ook heel erg bewonder is doorzettingsvermogen in het algemeen. Bij sporters zie je dat vaak naar voren komen. Ze zijn heel erg gefocust op resultaat, en doelstellingen te behalen. Dat is heel mooi om te zien, zeker in balans met een gezinssituatie of een privésituatie.

Wat is je favoriete boek?

Een van mijn favoriete boeken is Vanity Fair van William Makepeace Thackeray. Het leest als een kostuumdrama aan het eind van de 18e, begin 19e eeuw. Het trekt je uit het hier en nu naar een andere context. Tegelijkertijd kun je je nog steeds relateren aan het gedrag en de belevenissen van de mensen en de emoties die ze hebben. Dikke boeken vind ik fijn. Met Oorlog en Vrede van Tolstoy ben je ook meer dan een week zoet. 

wat is het meest inspirerende dat je hebt gedaan?

Waar ik verreweg het meest van geleerd heb, is vader worden. Ik heb twee kinderen: een van 21 en een van 17 jaar oud. Het voordeel van kinderen is dat ze spiegelen wat jij als ouder doet. Als je zelfreflectie nodig hebt, kun je kijken naar je kinderen. Het helpt verder om dingen in een ander perspectief te zetten. Met kinderen heb je zorg en verantwoordelijkheid voor iemand anders. 

Ik ben quant, econometrist qua opleiding. Ik kan heel goed in mijn hoofd analyseren. En ik kan heel goed alles rationaliseren. Kinderen krijgen heeft erbij geholpen om mijn emotionele kant veel verder te ontwikkelen. Dat is de meest verrijkende ervaring geweest.

wat is je favoriete culturele instelling?

Cabaret is mijn favoriet. Roué Verveer, Micha Wertheim en enkele anderen zie ik graag. De humor moet leuk zijn. Het mag best direct en confronterend zijn. De meeste cabaret is een vorm van leedvermaak of zelfspot. Taalvaardig vind ik ook leuk. 

Houd je van sport?

Ik schaats in de winter. Ik skeeler in de zomer en doe een beetje hardlopen tussendoor. Ik heb half de ambitie om op de Weissensee te gaan schaatsen in Oostenrijk. Dan moet ik duurtraining gaan doen. Dat is een kwestie van tijd ervoor maken. 

Wat voor verborgen talent heb je?

Ik kan redelijk goed ballroom-dansen. Ik had dansles en daarnaast deden we wedstrijden. Dat is al heel lang geleden. Als ik ga oefenen zal ik dat weer kunnen, vermoed ik, maar niet op hoog niveau. 

Ik deed de Engelse waltz, quickstep, rumba, chachacha. Mijn ouders vonden dat dat bij m’n opleiding hoorde, dus daarom deed ik dat een jaar. Dat beviel me. Toen we net getrouwd waren, hebben we ook een jaar dansles genomen.